Zieke geest

Ben je wat je schrijft? Sommige lezers denken van wel. Hoe denk jij daarover?

Zieke geest

‘Dat dát uit haar hoofd komt,’ zegt ze.
               ‘Zoiets bedenk je toch niet zomaar,’ beweert daarop haar vriendin.
               Ik zit op een terras en raak nieuwsgierig naar wat de persoon over wie het gaat, heeft gedaan. Ik spits mijn oren om nog meer te kunnen horen.
               ‘Ze lijkt zo’n lieve vrouw. Maar nu ik haar boek heb gelezen, zie ik haar toch anders.’
               ‘Wat vind je dan van Karin Slaughter? Wat deze vrouw uit haar brein haalt. Die moet toch een zieke geest hebben?’

Ik snap het. Hun kennis heeft helemaal niets verkeerd gedaan. Ze heeft een boek geschreven. Of misschien wel meerdere boeken, net als Karin Slaughter. In het boek staan scenes beschreven, die de vrouwen niet kunnen rijmen met de persoon die ze denken te kennen. Ik hoor dat het over seksscenes gaat. Zijn ze te kinky, te pornografisch naar hun zin? Ze kunnen de schrijfster in ieder geval niet los zien van wat ze geschreven heeft.

Lang leve de fantasie!

Schrijven is je kwetsbaar opstellen. Ik schreef er al eerder een blog over. Situaties en eigenschappen worden ten faveure van het verhaal uitvergroot. Schrijven vergt inlevingsvermogen, moed en vooral fantasie. En dus ook een dikke huid. Want niet iedereen kan dat wát geschreven is los zien van degene díe het geschreven heeft. 

Als de vrouwen opstaan om te vertrekken, wil ik hen vragen naar de schrijfster en de titel van het boek. Mijn dochter, die naast me zit, weerhoudt me met een: '’Wat zullen die mensen wel niet denken als je zomaar op ze afstapt.’' Tsja. Dat denken. Als we allemaal blijven denken zoals we altijd hebben gedacht, blijven we geloven wat we altijd hebben geloofd. En wat zullen er dan veel saaie boeken verschijnen, zonder uitgesproken karakters, zonder bijzondere gebeurtenissen. Blijven we verstoken van andere denkwijzen. Wat een armoede.

Door naar mijn dochter te luisteren mis ik nu misschien wel een heel goed boek.
Ik zal het nooit weten.

 

Als ik blijf doen wat ik altijd heb gedaan,
Blijf ik krijgen wat ik altijd heb gekregen.
Als ik blijf kijken zoals ik altijd heb gekeken,
Blijf ik denken als ik altijd heb gedacht.

Als ik blijf denken zoals ik altijd heb gedacht,
Blijf ik geloven zoals ik altijd heb geloofd.
Als ik blijf geloven wat ik altijd heb geloofd,
Blijf ik doen wat ik altijd heb gedaan.

Als ik blijf doen wat ik altijd heb gedaan,
Blijft me overkomen wat me altijd is overkomen.
Als me blijft overkomen wat me altijd is overkomen,
Blijf ik voelen wat ik altijd heb gevoeld.

Maar als ik mijn ogen sluit
en mijn ware zelf voel van binnen
Dan kom ik deze cirkel uit
en kan ik steeds opnieuw beginnen.