Ik weet pas wat ik denk als ik erover lees en schrijf

Terug naar overzicht

11-01-2019
Trefwoorden:
inspiratie, schrijven

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Je kunt zoveel leren van mooie zinnen en geweldige scenes. In dit blog laat ik je mijn favoriete zinnen en fragmenten van afgelopen jaar lezen. En hoe ik deze gebruik om een betere schrijver te worden.

'Een ceder kan vele duizenden jaren oud worden. Als een ceder praten kon, zou hij ons verhalen vertellen om nooit te vergeten.'
'Wat voor verhalen?' 'Vermoedelijk veel grappige. Maar ook veel trieste. Verhalen uit zijn leven. Verhalen over de mensen die langs zijn gekomen of die in zijn schaduw hebben zitten rusten.'
Uit: 'De zoon van de verhalenverteller' van Pierre Jarawan.

Kijk, dát vind ik nu interessant. Verhalen uit het leven. Verhalen over mensen. Zowel om te lezen als om te schrijven.
En elk verhaal begint met een eerste zin die je het verhaal in trekt. 

Eerste zin

‘Je begint het einde van een verhaal te schrijven als je het eerste woord neerzet.‘ - Jerome Stern

In de beginzinnen worden verwachtingen gewekt voor de verloop en de ontknoping van het verhaal. In ‘Honderd jaar eenzaamheid' van Gabriel Garcia Marquez is dat de volgende: 'Vele jaren later, staande voor het vuurpeloton, moest kolonel Aureliano Buendia denken aan die lang vervlogen middag, toen zijn vader hem meenam om kennis te maken met het ijs.'

Je snapt hoe hard ik aan het sleutelen ben om ook voor mijn eigen boek een binnenkomer van betekenis te formuleren.

Zintuiglijk schrijven/Metaforen

Tijdens de basisopleiding aan de Schrijversacademie afgelopen jaar, merkte ik al hoe lastig ik het vind om zintuiglijk te schrijven. En dat terwijl ik juíst zo geïnspireerd word door zinnen of scenes waarin dat aspect juist zo fantastisch wordt neergezet. Dat wil ik ook kunnen!

‘koud blauwe mist.’
‘Dat ze hem vergaten, als een regendag in april’
‘De brand raasde vele dagen, schroeide een pad door het bos. Hij voedde zich met lucht; hij sliep in holen en hield zich schuil in bomen; hij vlamde overal dwars doorheen, trok zich niets aan van het spoor van vernieling dat hij achterliet, totdat hij uiteindelijk bij een dorp was aangekomen. Daar verdween hij, werd één met de nacht’.
Uit ‘Weg naar huis’ van Yaa Guasé.

En in 'Maanpaleis' van Paul Auster, kwam ik een scene tegen waarvan ik zou willen dat ik zó kon schrijven. De hoofdpersoon beschrijft hoe de man, waar hij voor werkt, zijn soep eet:

'Hij slurpte niet; hij zoog het echt op, doorboorde de lucht met al het kabaal en de onrust van een kapotte stofzuiger. Dit geluid was zo zenuwslopend, zo nadrukkelijk dat ik het voortdurend begon te horen, ook als we niet aan tafel zaten. Zelfs nu, als ik me heel goed concentreer, kan ik vele van de subtielste kenmerken ervan nog horen: de schok van het eerste moment als Effings lippen de lepel aanraakten, waarbij de stilte ruw werd verstoord omdat hij heel diep inademde; het aanhoudende, schelle tumult dat volgde, een snerpend lawaai dat de vloeistof in een mengsel van grind en gebroken glas leek te veranderen als deze door zijn keel gleed; het slikken, de korte pauze die daarop volgde, het getinkel van de lepel als deze tegen de kom aan kwam en dan het gehijg en de adem die hortend werd uitgestoten. Op dat punt aangekomen smakte hij met zijn lippen, grijnsde misschien van plezier en dan begon het weer van voren af aan, de soep op de lepel scheppen en naar zijn mond brengen (altijd met zijn hoofd naar voren - om de afstand tussen kom en mond te verkleinen - maar met een trillende hand waardoor er kleine stroompjes soep terugvloeiden in de kom als de lepel zijn lippen naderde), en dan, als het gezuig weer begon, volgde er een nieuw oorverdovende explosie.'

Ga er maar aan staan! Wie weet lukt het me ooit!

Lezen:

Wat me in ieder geval lukt is heel veel lezen.

Het licht viel fel door de hoge ramen van de bibliotheek op de lange houten boekenkasten. De rolwagen gleed over de marmeren vloer, om me heen het gedempte gefluister van de klanten dat ik zo prettig vond. Meer nog dan van het gefluister hield ik van de geur die boeken verspreidden. Die had iets troostrijks en magisch. Die stond voor ontelbare verhalen die tussen de omslagen sluimerden en erop wachtten gelezen te worden. Als een lokgeur, een geheimzinnig feromoon dat ertoe diende de juiste lezer met het juiste boek in contact te brengen. Hoe ouder de boeken waren, des te sterker roken ze. 
Fragment uit: 'De zoon van de verhalenverteller' van Pierre Jarawan

En wat lezen kan doen of kan betekenen wist de inmiddels overleden Pieter Steinz. Hij kreeg in 2013 te horen dat hij ALS had. Na de diagnose begon hij met het herlezen van een aantal klassiekers uit de wereldliteratuur. Hij schreef hier columns over die gebundeld zijn in 'Lezen met ALS'. Hij gebruikte bijvoorbeeld 'Het bureau' van Voskuil en de boeken van Toon Tellegen om over zijn situatie na te denken en dat wat hem overkwam (pijn, verlies van kracht, ziekenhuis) te duiden en er troost uit te putten. Hij vertelt het verhaal van zijn laatste jaren op deze manier. Heel bijzonder.

'Van pijn kon je maar één ding verlangen: dat zij zou ophouden. Niets ter wereld was zo erg als lichamelijke pijn. Ten overstaan van pijn zijn geen helden (....) zo dacht hij telkens weer.' -Orwell

Troost, duiding en inspiratie vinden door te lezen. En daarover te schrijven. Maar soms komt het schrijven je ook op een andere manier tegemoet. Zoals Elizabeth Gilbert hier schrijft in haar boek 'Big Magic'. 

‘En ze voelde het komen, want het liet de aarde onder haar voeten beven. Dan wist ze dat haar nog maar één ding te doen stond en dat was, in haar eigen woorden, keihard rennen. En dan rende ze keihard haar huis in, door het gedicht op de hielen gezeten. Dan moest ze zorgen dat ze snel genoeg een stuk papier en een potlood greep zodat als het gedicht door haar heen denderde, ze het kon binnenhalen en op papier vastleggen.’

Schrijven is schrappen/Kill your darlings

Over het schrijven is schrappen en het 'kill your darlings' schreef ik al eerder een blog. Maar wil ik hier toch nog wel even melden. Want... niet eenvoudig. Ook voor Oscar Wilde niet, zoals hij opmerkte: 

‘Het is altijd hetzelfde liedje. Ik heb de hele ochtend een tekst zitten corrigeren om er uiteindelijk één komma uit te schrappen. 's Middags heb ik hem er weer in gezet.’ 

Mooie zinnen

Als je de volgende mooie zinnen leest, dan voel je weer hoe belangrijk het is dat er boeken blijven verschijnen. We kunnen niet genoeg goede boeken hebben, toch?.

'Doodgegaan aan zijn dood'. Die zin kwam ik afgelopen jaar tegen in het boek: 'Het regende vogels' van Jocelyne Saucier.
Of deze
‘Ze hoorde Baba’s ‘nee’ in haar ene oor en Cobbe’s ‘ja’ in het andere. Haar vaders oor won’ en 
‘Ze had teruggeslagen met haar schoonheid, een geruisloos wapen, geruisloos maar krachtig’.
Uit ‘Weg naar huis’ van Yaa Guasé.

En ook een zin van een van mijn favoriete schrijvers mag niet ontbreken:
‘Kwam het door de jaren die ik zonder haar had geleefd dat ik vond dat ze er jonger uitzag dan ze eigenlijk was? Het kledingstuk van de dood stond haar merkwaardig goed.’ Uit: ‘Alles waar ik spijt van heb’ van Philippe Claudel.

Voor mij is dus wel duidelijk dat ik gewoon kilometers moet blijven maken. En gelukkig, voor mij is dat geen straf. Allesbehalve.

'Ik weet pas wat ik denk als ik erover schrijf'. Joan Didion