Wat zou jij antwoorden op de stompzinninge vraag of je liever blind of doof bent?
‘Ben je liever blind of doof?’ Een stompzinnige vraag die jij misschien ook wel eens voor de kiezen hebt gekregen. Kun je überhaupt een voorkeur hebben? Ik moet er niet aan denken niet meer te zien of horen. Of nooit meer te ruiken, voelen of proeven.
‘Zet eens een tijdje een bepaald zintuig in de spotlights. Het liefst eentje die je niet zo vaak gebruikt’, droeg ik daarom begin deze week deelnemers aan een schrijfworkshop op. Zintuigen zijn bij het schrijven belangrijk voor het oproepen en overbrengen van emoties, van herinneringen. De geur van die kruiden bij dat leuke marktkraampje bijvoorbeeld, of van de chemische fabriek om de hoek, die vieze sokken van je puberzoon in de hoek van zijn kamer. Het doet wat met je. In positieve of negatieve zin.
Zelf besloot ik nog dezelfde dag mijn ogen eens extra in te zetten en me op de kleur rood te richten. Opeens zag ik de blozende hartjes op een zwarte steen uit Frankrijk, die ik er jaren geleden zelf opschilderde en aan mijn inmiddels overleden moeder gaf. De helrode typemachine, die ik van mijn nichtje kreeg en de eerste van een flinke verzameling werd. De roestige schaar, die altijd klaarligt om mooie woorden en zinnen uit tijdschriften en kranten te knippen.
Later in de week heb ik een afspraak met Simon. Hij is kunstschilder, als hij vijf jaar geleden van het een op andere moment zijn gezichtsvermogen verliest. Een eenvoudige staaroperatie liep verkeerd af.
’Anderhalf jaar heb ik daarna apathisch op de bank gezeten’, vertelt hij me. ‘Alles in mijn leven draaide om esthetiek en opeens was mijn wereld inktzwart.’
Op een dag had hij er genoeg van. Dit ging hij geen dertig jaar volhouden. Hij sprong van de bank en besefte dat hij veel nog wél kan. Schilderen met woorden op papier door middel van een spraakrecorder bijvoorbeeld.
Zoals bij elke blinde zijn ook bij hem de andere zintuigen scherper afgesteld nu. Als hij zijn kleindochter vraagt of oma haar weer verwend heeft met nieuwe kleren, denkt zijn vrouw dat hij niet kan zien dat zij hun kleindochter gebaart niet bevestigend te antwoorden. Zien niet, maar horen wel. Het grote gemis van zijn zicht zorgt voor nieuwe mogelijkheden. Zijn andere zintuigen compenseren veel. En reken maar dat hij daar gebruik van maakt bij het schrijven.
Toen ik hem vroeg wat hij vroeger geantwoord zou hebben op de vraag: ben je liever blind of doof? antwoordde Simon: 'Doof natuurlijk. Maar nu doet het er niet meer toe'.
Voor hem geen schilderijen meer aan de muur in galerieën, maar binnenkort zijn boek in de schappen bij de boekwinkels, want schrijven is kijken met je ogen dicht (Remco Campert). Iets wat hij als geen ander kan.