Sterven is verhuizen van de buitenwereld, naar het hart van mensen waar je van houdt. Vandaag is het precies twintig jaar geleden dat mijn vader overleed en hij naar ons hart verhuisde.
‘Voor mij is sterven verhuizen van de buitenwereld, naar het hart van de mensen waar je van houdt.’
Manu Keirse
Vandaag, precies twintig jaar geleden verhuisde mijn vader van de buitenwereld naar mijn hart, en naar het hart van mijn twee broers en twee zussen en onze gezinnen.
Iedereen kent wel een aantal levensbepalende gebeurtenissen, waarvan je nog precies weet waar je was op het moment dat deze plaatsvonden. 20 november 1999 rond het middaguur is er voor mij zo een.
Nietsvermoedend stond ik die dag met mijn vriendinnen Trees, José en Anita te schilderen op de zolder van ons nieuwe huis.1 december zouden Leo en ik overgaan van de Da Costakade naar het huis aan de Krugerlaan. De dag ervoor had mijn vader daar, samen met Leo, nog geklust terwijl mijn moeder en ik in het oude huis aan het inpakken waren.
/>Op die zolder hoorden we opeens iemand beneden aan de trap. Ik nam het waar, maar reageerde niet. Heel vreemd. Mijn vriendinnen moesten me letterlijk naar het trappengat duwen. ‘Han, er staat iemand beneden om je te roepen. Je moet naar beneden.’ Ik weet nog dat ik met tegenzin de twee trappen naar beneden afliep. Of ik voorvoelde dat het slecht nieuws was?
De voordeur had op een kier gestaan en onderaan de trap stond Annemieke, de nieuwe overbuurvrouw en een collega van mijn broer met de mededeling dat ze bij haar thuis, aan de overkant, mijn schoonzusje aan de lijn had. Een mobieltje hadden we nog niet en een vaste verbinding zou pas een week later in werking gesteld worden. Een geluk dus dat mijn schoonzus de tegenwoordigheid van geest had om Annemieke te bellen. Ik weet nog dat in die luttele seconden die het duurde om de straat over te steken en de hoorn aan mijn oor te zetten er van alles door me heen ging. Wat kon er aan de hand zijn? Ik weet nog dat ik op de onheilstijding reageerde met: nee joh, Marianne, dat kan niet. Gisteren heb ik hem nog gezien en gesproken!
Natuurlijk wist ik dat het wel kon. Doodgaan hoort bij het leven. Al denk ik nu, twintig jaar later nog wel eens dat hij toch nog wel jong was met zijn 65 jaar.
Binnen en buiten ons gezin hebben we het nog vaak over mijn vader. Ook komt hij geregeld voor in mijn dromen. Vanavond gaan we met zijn vijven uit eten en natuurlijk zal hij dan ook een belangrijk onderwerp van gesprek zijn. Ik kan me niet voorstellen dat dát ooit anders zal zijn. Hij is naar mijn, naar ons hart verhuisd om daar voor altijd te blijven.